In het het werkgebied van WVB De Kiewiet (Woudenberg, Scherpenzeel, Renswoude) worden beschermingsmaatregelen genomen voor verschillende weidevogelsoorten. De meest voorkomende soort is de kievit. Daarnaast beschermen we scholeksters, grutto’s en tureluurs.
Incidenteel treffen we een nestje aan van de gele kwikstaart en de kleine plevier.
Wilt u meer weten over deze vogels? Klik dan op de foto.
Kievit
Voor een beschrijving van de kievit verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia.
De kievit is voor velen het symbool van de Nederlandse weidevogel. Zodra het weer het toelaat, komt hij terug naar zijn broedgebied. Bij opnieuw invallende kou trekt hij zich terug achter de vorstgrens.
Hij maakt zijn nest het liefst op vochtige weilanden met korte, open begroeiing. Toch broed hij tegenwoordig steeds meer op droge graslanden en bouwland. Hij heeft zijn broedplaatskeuze enigszins aangepast.
Met het zachter wordende weer begint de bedrijvigheid op het land toe te nemen. Het begin van de grasgroei is het sein voor de boer om kunstmest te strooien. Er worden voorbereidingen getroffen voor het zaaien en poten. Bijna alle weidevogels keren naar hun broedgebieden terug en al gauw zijn ook de eerste nesten weer te vinden. Wil men hiermee tijdens het werk rekening houden, dan is markeren een goed hulpmiddel.
In het beschermingsgebied heeft een aantal jaren achtereen een bijzondere kievit gebroed: een witte kievit.
Grutto
Voor een beschrijving van de grutto verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia.
De grutto is met zijn geluid vooral in onze poldergebieden een heel kenmerkende weidevogel. “Scheldend’ jagen de vogels achter elkaar aan boven de weilanden. Ook in de broedtijd valt hun typische roep op. Bij onraad vliegen ze luid alarmerend boven de weilanden om de belagers van eieren en jongen uit hun gebied te verdrijven.
Pas terug uit hun overwinteringsgebied overnachten grutto’s op slaapplaatsen in ondiep water. Langzamerhand zoeken ze hun broedplaatsen weer op.
De grutto is met zijn geluid vooral in onze poldergebieden een heel kenmerkende weidevogel. ‘Scheldend’ jagen de vogels achter elkaar aan boven de weilanden. Ook in de broedtijd valt hun typische roep op. Bij onraad vliegen ze luid alarmerend boven de weilanden om de belagers van eieren en jongen uit hun gebied te verdrijven. Pas terug uit hun overwinteringsgebied overnachten grutto’s op slaapplaatsen in ondiep water. Langzamerhand zoeken ze hun broedplaatsen weer op.
Tureluur
Voor een beschrijving van de tureluur verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia
De tureluur is gemakkelijk te herkennen aan zijn felrode poten. ’s Winters zitten de tureluurs in het zuiden. Bijvoorbeeld aan de Oosterschelde.
Hij nestelt bij voorkeur in zilte en vochtige graslanden. Het nest verbergt hij in een graspol. Meestal ligt het dicht bij dat van de kievit. Die is beter in staat ongewenste gasten uit zijn gebied te verdrijven. Zo maakt de tureluur gebruik van de strijdvaardigheid van deze vogel.
Scholekster
Voor een beschrijving van de scholekster verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia.
De scholekster, eigenlijk een kustvogel, komt als broedvogel steeds vaker in het binnenland voor. Daarom wordt hij ook tot de weidevogels gerekend. Bij het uitzoeken van een nestplaats is hij niet kieskeurig. Hij nestelt op gras- en bouwland, maar soms ook op ongebruikelijke plaatsen, zoals knotwilgen en gebouwen. De scholekster is de enige weidevogel die zijn jongen voert.
Van scholeksters is bekend dat ze ook regelmatig broeden op platte daken. Soms op industrieterreinen, soms midden in een woonkern. Zo broedde in ons beschermingsgebied een gehandicapte scholeksters op een plat dak van appartementen boven een winkelpand. Bijzonder om een manke scholekster met een jong op een parkeerterrein te zien rondscharrelen.
Gele kwikstaart
Voor een beschrijving van de gele kwikstaart verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia
De gele kwikstaart heeft hooilanden, akkerranden en slootkanten als favoriete nestplaatsen. Alleen in gebieden met een afwisselende kruidengroei komt hij nog veel voor. Meestal is het nest goed verborgen. Deze kleine vogel heeft een bijzonder afleidingsgedrag; luid roepend en keer op keer wegvliegend lokt hij indringers weg van het nest.
Kleine plevier
Voor een beschrijving van de kleine plevier verwijzen we u naar andere websites: ivnvechtplassen en wikipedia.
De kleine plevier heeft als kenmerk zijn gele oogringen. Kleinschalige terreinen zijn – vaak tijdelijk – geschikte gebiedjes om te broeden,maar zodra de biotoop maar iets wijzigt zijn deze vogels zo weer vertrokken.